Het vierde boek dat ik wil voorstellen is het boek 'De gevaarlijk tocht'. Het boek werd geschreven door Dirk Nielandt. Het is een boek voor het derde en vierde leerjaar. Er zijn ook heel wat illustraties in het boek. De tekeningen werden gemaakt door Marjolein Pottie.
Hier heb je een korte inhoud van het boek.
Gies weet veel van de natuur. Hij kent de namen van heel wat
planten en bomen. Zijn moeder heeft een verrassing voor hem. Gies mag deze
zomer op kamp, een natuurkamp. Hij zal in een tipi slapen en op trektocht gaan.
Hij wordt voor een week een echte indiaan. Zijn broers en zussen mogen
natuurlijk niet mee. De eerste dag op kamp is even wennen, hij kent niemand.
Gies slaapt in zijn tipi met nog vijf andere kinderen. Richard geeft leiding op
het kamp. Hij is wel een onhandige man. Eerst struikelt hij en daarna laat hij
nog eens alle lucifers vallen terwijl hij het kampvuur aansteekt. De volgende
dag gaan ze op trektocht. Tijdens de tocht begint het plots te regenen en
moeten ze op zoek gaan naar een schuilplaats. Na de regen trekken ze opnieuw
verder en plots tuimelt Richard van een helling. Daardoor moet Gies, samen met
Larissa en Damian, hulp gaan zoeken. Maar door de stortbui zijn al de sporen
gewist en zijn ze verdwaald. Tegen de avond vinden ze nog steeds hun weg niet
terug en moeten ze overnachten midden in het bos. Ze beginnen met zelf een tipi
te bouwen en een kampvuur aan te steken. En dan begint het opnieuw te regenen.
Ze schuilen in de zelfgemaakte tipi maar algauw dooft het vuur door de regen.
Plots horen ze een geluid, het is een jankende hond. Gies klimt in een boom om
te kijken waar het geluid vandaan komt. Het komt van een boerderij. Ze lopen er
naar toe en toen ze daar aankwamen zat de rest van de kampleden daar al. Ze
zijn daar geraakt door enkele wandelaars.
Ik zou dit verhaal voorlezen als het in de klas over het
thema kamperen gaat. Ik zou de leerlingen laten vertellen over hun eigen
ervaringen op kamp.
Tijdens die lessen zou ik de leerlingen laten opzoeken hoe
je zelf een tipi kan maken. Als ze dit goed hebben voorbereid zou ik hen dan
ook in het echt een tipi laten maken met hun resultaten van het opzoeken.
Ik zou ook kunnen werken rond de donder en de bliksem. We
kunnen het dan hebben over de regels als het bliksemt. Wat je wel of niet mag
doen.
Ik heb ook nog een leuk gedichtje gevonden dat bij het boek hoort. Het werd geschreven door Theo Olthuis.
In m’n broek
Slapen
zonder huis
om je heen,
alleen een
stukje doek.
Buiten geen
auto’s
maar stilte
en bomen.
- Als
nu eens
een
dinosaurus aan zou komen
en hij zag
ons tentje staan
midden in
het gras…
Wat deed ik
dan?
Ik denk
in m’n broek
een plas.
Tot schrijfs!
Juf Shiva
Geen opmerkingen:
Een reactie posten