Smokkelkind - Lydia Rood

Hallo!


Mijn voorlaatste boek is ‘Smokkelkind’ van Lydia Rood. De tekeningen zijn gemaakt door Els van Egeraat.
Het boek is in 2008 genomineerd door de Nederlandse kinderjury. De eerste druk was in 2007.

Het boek gaat over een meisje, Burdie, dat in Australië woont met haar ouders. Haar familie woont in Nederland. Het meisje heeft nog nooit haar oma gezien in het echt en gaat nu alleen met het vliegtuig overvliegen naar Nederland om bij haar oma te logeren.
Wanneer ze aankomt met het vliegtuig op Schiphol verdwijnt de stewardess die haar begeleidt, samen met Burdies paspoort.
Gelukkig ontmoet Burdie 2 grote meisjes, die ze Paarshaar en Roodhaar noemt. Zij zullen haar door de douane smokkelen. Maar is dat wel een goed idee? Want even later ligt Burdie in een tas vol vuile was op de bagageband. Dit en nog veel meer maakt Burdie mee op haar eerste dag in Nederland.

Het boek telt 105 bladzijden en hier en daar wordt er een tekening getoond. De tekeningen zijn niet gemaakt in kleur, maar in zwart-wit. Ze leveren wel een bijdrage aan het boek.

Het boek is op AVI 8-niveau, dus is bestemd voor kinderen die aan het einde van het 3^de leerjaar zitten. De tekst is doorlopend en er worden niet veel korte zinnen meer gebruikt. Het lettertype is niet te groot en niet te klein. Het is goed leesbaar. Het boekje leest heel vlot. De kaft is ook kleurrijk en veelbelovend. Het trekt de kinderen aan en geeft je onmiddellijk veel zin om het boek te beginnen lezen.

Het verhaal is spannend en er gebeuren telkens opnieuw dingen waardoor je vastgekluisterd zit aan het boek. Het stimuleert de kinderen dus om het boek helemaal uit te lezen. Op het einde van het verhaal zijn er ook een aantal avonturentips opgenomen voor de kinderen. Dit is een heel goed idee.

Ik heb dit boek met veel plezier uitgelezen. Daarom kan ik besluiten:

Dit boek is een echte aanrader!

 

Veel leesplezier!

 

 

Groetjes

Juf Marie

 

Het gat in de nacht - Lydia Rood

Hallo iedereen!
 

Mijn derde boek is ‘Het gat in de nacht’ van Lydia Rood. De tekeningen zijn gemaakt door Mariëlla van de Beek.

Het gaat over 2 vrienden, een jongen en een meisje, die Kaai en Sara heten. De vrienden zijn samen op weg naar Schier. Ze varen op hun vlot. Ze gaan naar Pake Japik, Kaais opa, want Kaai mist hem. Sara wil niet terug naar huis, omdat haar mama haar geslagen heeft. Zij mag nu mee met Kaai.
Op zee krijgen Sara en Kaai ruzie. Sara gaat boos van het vlot af. Kaai weet niet waar ze is en vindt haar ook niet meer terug. Kaai is bang want hij zit helemaal alleen in het donker op zijn vlot op zee. Maar dan passeert een boot. En later blijkt dat er kapers mee varen…

Het is een dun boekje van 58 bladzijden met hier en daar een prentje. Er zit niet veel kleur in het boekje. De zinnen zijn kort, maar toch lezen ze op de een of andere manier niet zo vlot. Het boek is op AVI 4 – niveau, dus voor kinderen van het 2^de en het 3^de leerjaar. Maar toch zou ik het boek niet aanraden aan hen. Ik vond het een beetje saai en niet spannend genoeg. Het was wel een klein beetje spannend, maar niet genoeg om echt te willen blijven doorlezen. Ik heb al betere boeken gelezen.
Ook was ik soms niet mee in het verhaal. In het begin snapte ik een paar dingen niet en ze werden niet verder uitgeklaard. 

Naast dit boek heeft Lydia Rood nog andere boeken geschreven in de serie. De boeken zijn allemaal geschreven vanuit de 2 zelfde personages en vanuit dezelfde plaats. Ze hebben dezelfde rode draad, maar ze zijn toch anders. In elk boek vertelt één van de 2 personen zijn eigen verhaal. Het ene boek gaat soms verder waar het andere gebleven was.

 

Groetjes

Juf Marie

De vampiertand - Paul van Loon en Hugo van Look

Hallo!


Als tweede boek heb ik ‘De vampiertand’ van Paul van Loon gekozen. De tekeningen zijn gemaakt door Hugo van Look.

Het boek gaat over een meisje dat zichzelf niet mooi vindt. Op een dag vindt ze een glanzende witte tand. Vanaf dat moment gebeuren er rare dingen. Waar is haar spiegelbeeld gebleven? Wouter denkt dat de tand van een vampier is. Hij moet Fleur redden voordat zij er ook een wordt!

Het boekje is dun, het telt 54 bladzijden. Er staan ongeveer om de 2 bladzijden grote tekeningen in het boek. Deze tekeningen zijn niet in kleur, maar zijn getekend in het zwart-wit.
De tekst is eenvoudig en de zinnen zijn kort en bondig. Ik denk dat dit boek geschikt is voor het 2^de leerjaar en de zwakkere lezers van het 3^de leerjaar.

Het boekje leest vlot en het maakt je nieuwsgierig zodat je blijft doorlezen. Er gebeuren allerlei spannende dingen en uiteindelijk loopt het goed af. Ik vond het een plezier om het boek te lezen.

Het is een boekje dat ik aanraad aan alle beginnende lezertjes!

(Opnieuw heeft Paul van Loon een reeks van boeken die gaan over vampiers met humor. Het zijn stuk voor stuk spannende verhalen waarvan je telkens meer wilt.)

Veel leesplezier!


Groetjes
Juf Marie

Dolfjes dolle vollemaannacht - Paul van Loon en Hugo van Look

Hallo allemaal!

 

Ik heb als eerste boek een boek gekozen over Dolfje weerwolfje. Het boek is geschreven door Paul van Loon en heeft prachtige prenten, getekend door Hugo van Look. De titel is ‘Dolfjes dolle vollemaannacht’.

Het boek gaat over Dolfje Spaan. Hij wordt midden in de nacht wakker en merkt dat hij weer veranderd is in een weerwolf. Hij moet nu dus naar buiten, maar moet nog iemand zoeken om te spelen. Normaal speelt hij met zijn vriendin Noura, maar hij heeft een stom woord gezegd waardoor ze boos is. Hij gaat op zoek naar vrienden, maar niemand wil met hem spelen.

Het boekje is dun en heeft op elke bladzijde een grote prent. De tekst is eenvoudig, maar het zou nog niet lukken om het boek te laten lezen in een 1^ste leerjaar. Het is ideaal voor kinderen van het 2^de leerjaar.

In het boek worden veel kleurtjes gebruikt voor de prenten. Dit spreekt de kinderen natuurlijk enorm aan. De lettergrootte van de tekst in het boek is redelijk groot en verschilt soms ook van grootte. Het is dus goed leesbaar. Het boek heeft de vorm van een vierkant en is van een redelijk groot formaat. Het is groter dan andere boeken, dus het valt op tussen andere, kleine boekjes. Al deze kleine details zorgen ervoor dat de kinderen worden aangetrokken tot deze boeken. Daarom zijn de boeken erg geliefd bij de kinderen.

In het boek zit ook een beetje een moraal. Je mag geen lelijke woorden zeggen tegen je vrienden, anders worden ze boos en willen ze niet meer met je spelen.
Het boek is spannend en een beetje triestig. Vooral dit spannende is belangrijk om ervoor te zorgen dat de kinderen van zo’n jonge leeftijd blijven doorlezen tot het boek uit is.

Het boek is in 2005 genomineerd door de Nederlandse kinderjury. De eerste druk dateert van 2004.

Naast ‘Dolfjes dolle vollemaannacht’ heeft Paul van Loon nog andere boeken geschreven in de reeks van Dolfje weerwolfje. Ze zijn onafhankelijk van elkaar geschreven. Dus je hoeft het ene boek niet te lezen om een ander te kunnen begrijpen.

Veel leesplezier!

 

Groetjes

Juf Marie

Cupido schiet raak

Als laatste boek las ik ‘Cupido schiet raak’ geschreven door Marten Melin. Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf het 4^de leerjaar. 

Ik vind dat dit boek zeer vlot leest wat wel een voordeel biedt aan kinderen die niet zo graag lezen. Dit boek gaat over een jongen, Artur. Artur is boos op Cupido want door de pijlen van Cupido is Artur verliefd geworden op Tammi, de beste vriendin van zijn zus. En bovendien is Tammi ook nog eens 2 jaar jonger dan Artur. Tijdens een spelletje waarheid, durven of doen kreeg Nelly, een klasgenoot van Artur, de indruk dat hij verliefd is op haar. Nu is hij nog meer boos op Cupido. Dan komt hij ook nog eens te weten dat zijn beste vriend verliefd is op Nelly. Artur zoekt toenadering tot Tammi maar hij denkt dat zij niet verliefd is op hem. Tot Artur zijn jongere zus hem een handje helpt.

Ik zou dit boek enkel gebruiken in klas rond de periode van Valentijn. Ik zou het boek voorlezen voor de kinderen. Maar ik zou de laatste twee hoofdstukken nog niet voorlezen. De leerlingen zouden dan in groepjes een einde moeten verzinnen bij het verhaal. Ik zou enkele groepjes de opdracht geven om een positief einde te verzinnen en de andere groepjes zouden dan een negatief einde moeten verzinnen. En ze moeten dit naar voor brengen in een toneelstuk. Als alle kinderen hun toneel naar voor hebben gebracht dan zou ik het einde van het boek voorlezen.

Veel leesplezier!

Juf Jenna 

De Miss Griezelverkiezing - Marc de Bel

Het eerste boek dat ik las heet "De Miss Griezelverkiezing", geschreven door de bekende auteur Marc de Bel. Wie wat vertrouwd is met de boeken van deze auteur, zal al snel doorhebben dat dit ook een boek is met de bekende drieling: de zusjes Kriegel. Dit boek is geschikt voor het derde leerjaar.

De zusjes, Lien, Fien en Sien zijn thuis met Halloween. Omdat ze zich wat vervelen, besloten ze om naar de rommelmarkt te gaan. Met het weinige geld dat ze hadden, kocht Fien een houten kistje. Ze vond dit kistje best mooi, de andere twee zusjes vonden er helemaal niets aan. Het leek een kistje zoals er duizenden waren.

's Avonds opent Fien het kistje en wat bleek? Er zat een boekje in. Allerlei griezelige taferelen spelen zich af: donder, bliksem, rare figuren... Toch opent Fien het boekje en wat bleek? Ze speelt de hoofdrol in het hele verhaal dat daarin beschreven staat. De drie zusjes komen terecht bij een Missverkiezing waar de deelnemers niet zo knap mogelijk moeten zijn maar wel zo griezelig mogelijk. Al snel is er heel wat animo. Rare gerechten, hoofden van deelnemers die verloren gaan, optredens... Maar wie wint nu de verkiezing?

De opdeling van dit boek zorgt in het begin voor wat verwarring. Je volgt eigenlijk twee verhalen. Enerzijds de avonturen die ze thuis beleven, anderzijds de verkiezing zelf waarin ze verzeild geraakt zijn. Om de verhalen uit elkaar te houden, is er gewerkt met twee verschillende lettertypes en twee verschillende tekstkleuren. Dit maakt het verhaal veel duidelijker.

Dit boek is zeker bruikbaar in de klas. De boeken van Marc de Bel zijn nog steeds populair bij de kinderen. Boeken van deze auteur zijn ook zeer tof om altijd in de klasbibliotheek te hebben.

Alvast veel lees- en griezelplezier!

Ine Verschuere

Leila, hoe tover ik mijn vriendje terug?

Ik las als vierde boek ‘Leila: hoe tover ik mijn vriendje terug?’ geschreven door Elisabeth Mollema. Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf het 6^de leerjaar.

Dit boek is van een hoger niveau dan de andere boeken die ik tot nu toe gelezen heb. Het boek gaat over een meisje dat nog maar pas gedumpt is door haar vriendje. Ze is er het hart van in en zoekt een manier om hem terug voor haar te winnen. Eerst stopt ze met eten omdat ze denkt dat ze te dik is. En daarna overweegt ze om aan hekserij te doen om het ultieme liefdesdrankje te maken. Tot een andere jongen haar pad kruist.

Het thema van het boek is tienerrelaties. Daarom zou ik het boek maar aanbevelen vanaf het 6^de leerjaar. En ook maar aan de meisjes. Ik denk niet dat ik dit boek zou kunnen gebruiken om voor te lezen in de klas. Ik zou dit boek dan wel gebruiken om in mijn klasbibliotheek te zetten. Als er dan eens eventjes tijd over is en de kinderen hebben geen zaken meer af te werken dan kunnen ze een boek lenen om in de klas in te lezen.

Veel leesplezier!

Juf Jenna 

Spikkel en Spekkie: het vliegende vuurspook - Marc de Bel

“Jullie zien er stuk voor stuk uit als lekkere hapjes,” bekt de reiger.
De vlijmscherpe bek komt steeds dichter bij hen.

Dat is één van de spannende stukjes uit dit bewogen, geestig en goedhartig verhaal van Marc de Bel.

In het verhaal gaan Spikkel en Spekkie, een muisje en een rat, en nog twee andere vrienden op zoek naar het vliegende vuurspook. Oma had namelijk verteld dat het vliegende vuurspook echt bestaat. Het ziet er helemaal rood en eng uit. Ze gaan op pad en stoten op verschillende voorwerpen, dieren en uitdagingen. Dat leidt tot een spetterend avontuur vol spanning, maar ook veel vriendschap! Want Spikkel en Spekkie zijn beste vrienden, ook al mag Spikkel niet met een rat spelen van haar moeder.

Marc de Bel is al heel bekend om zijn dolle verhalen met vermakelijke personages zoals ‘De Boeboeks’ of ‘De Zusjes Kriegel’. In dit boek stelt hij opnieuw niet teleur. Het is alweer een knotsgek avontuur met een krachtige verhaallijn. Het boek bevat prachtige tekeningen van Frieda Van Raevels. De tekeningen beelden het verhaal uit en passen schitterend in het boek, zoals dit meestal het geval is in zijn boeken voor de doelgroep van de tweede graad.

Marc de Bel schrijft vaak in conversaties. Dat maakt het verhaal heel levendig. Het leest vlot. Dat het boek in de tegenwoordige tijd geschreven staat, maakt het nog leuker.

Van Spikkel en Spekkie bestaan ook meerdere verhalen, zoals Marc de Bel ook deed bij andere hersenspinsels. Je moet het ene verhaal niet gelezen hebben om het andere te kunnen volgen. Er wordt soms wel eens een sterretje geplaatst die een link toont naar een ander boek uit de reeks. Persoonlijk vind ik dit niet nodig. Het boek op zich nodigt al uit om de andere verhalen ook te gaan lezen.

De reeks van Spikkel en Spekkie is een heel boeiende reeks voor kinderen vanaf 8 jaar. Het is genomineerd door de Nederlandse Kinderjury 2014. De stemperiode is nu volop bezig (tot en met 14 mei 2014).

Conclusie: een leuk en spannend leesboek voor kinderen van de tweede graad, die zeker niet in de boekenkast mag ontbreken. Of nog beter: de hele reeks!

 Marc de Bel. (2013). Spikkel en Spekkie: het vliegende vuurspook. Uitgeverij Abimo. (71 blz.)

Elien Leleu

Vet cool - Foute boel

Als derde boek las ik “Vet cool – Foute boel”. Een boek van Betty Sluyzer en met tekeningen van Pauline Oud. Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf de 2^de graad.

Het boek is minder eenvoudig geschreven dan het eerste boek dat ik las van Betty Sluyzer omdat er in dit boek hier en daar Engelse woorden worden gebruikt. In dit boek komt de neef van Jeremy, een jongen uit groep zeven, een week snuffelstage doen in de klas van groep zeven. Jeremy is dolenthousiast omdat zijn neef een weekje bij hem in de klas zal zijn. Nelson, de neef van Jeremy, laat een slechte eerste indruk na omdat hij op zijn eerste dag al te laat komt. En daar is meester Anthonie niet zo blij om. De volgende dagen wordt het er niet beter op. Hij ontdekt allerlei dingen aan Nelson die hem niet bevallen. Het wordt een groot avontuur die week in groep zeven. Tot het verjaardagsfeest van de juffen en meesters, dan loopt het HELEMAAL fout.

Ik vind dit een geschikt boek om te gebruiken in de lagere school. Het boek speelt zich ook af in een lagere school en als pluspunt voor de kinderen bevat het bovendien nog humor ook. Het boek is helemaal niet dik en is opgedeeld in verschillende hoofdstukken, wat ook wel een voordeel is. Ik zie hier veel mogelijkheden mee in de klas, het boek bevat ook een moraal en dit kan ik de kinderen dan ook laten inzien. Dit boek zou ik gebruiken om zelf uit voor te lezen. 

Ik vind het alvast een super tof boek!

Veel leesplezier,

Juf Jenna

Op zoek naar spook - Pieter van Oudheusden en Paul De Becker

Daan en Niels zijn beste vrienden. Samen met de ouders van Niels gaan ze kamperen in het bos. Spook, de hond is zoek.

Niels en Daan nemen een rugzak en gaan ernaar op zoek. Om de beurt dragen ze de rugzak en stappen een heel eind.

Plots horen ze iets in de struik! Een beest! Ze zetten het op een lopen. Daan komt bij Niels, die in een boom zit. Het beest is weg. Ze weten niet meer waar ze zijn en het wordt al donker.

Ze steken hun zaklamp aan en gaan op zoek naar een slaapplek.
Het is best eng in het bos als het donker is.

Ze komen bij een verlaten huisje aan.
Binnen is het stoffig en griezelig. Ze horen iets: gejank uit het bos!
Dat is vast een weerwolf! En het komt dichterbij!

Dan horen ze stemmen: mama en papa!

Dit boek heeft AVI2/AVI E3 en heeft op elke pagina mooie, duidelijke illustraties.
Het boekje zelf heeft een klein formaat en is stevig gemaakt. Het lijkt me ideaal voor de klasbibliotheek.
Het kan wel handig zijn om het woord 'prik' (frisdrank) uit te leggen.

Het boekje komt uit de reeks 'Ssst... ik lees!' Deze reeks is verkrijgbaar in verschillende verzamelboxen per leesniveau.

 Sanna Tant

Ulysses Moore - De winkel van de vergeten kaarten - Pierdomenico Baccalario

Rick en de tweeling Julia en Jason beleven in dit boek hun tweede avontuur. Tijdens hun vorig avontuur vonden ze een geheime deur en uiteindelijk waren ze in een magische grot beland. Hier vonden ze het schip 'de Metis'.

In dit boek stappen ze, na het varen met het schip, een deur door. Ze komen in een gang vol zand. Het is er ook warm en het is er ochtend. Wat vreemd, ze hebben toch niet de ganse nacht gevaren?

Plots horen ze stemmen... Ze praten over de farao en een mastaba. Waar zijn ze toch?
Ze vinden geen uitgang. De gang loopt dood op een muur.

Iemand heeft hen gehoord en klopt op de muur. Ze kloppen terug. Na een tijdje horen ze iets over de muur schuren: ijzer! Stof komt van onder de muur en alles trilt. Ze lopen snel terug. Als het stof is gaan liggen, is de muur weg. Maar Julia ook! Het geklop op de muur kwam van Maruk, een meisje dat hen doorheen dit avontuur zal helpen.
Bij het zien van Maruk beseffen Rick en Jason dat ze door een tijdsdeur gestapt zijn en zich in het Oude Egypte bevinden. In het dagboek van Ulysses Moore vinden ze een raadsel dat ze willen oplossen: 'Om je weg te vinden, zul je geluk moeten hebben en een goed gesternte. Zoek de kaart in de Toren van de Vier Staven.'
Vreemd genoeg praten ze dezelfde taal als Maruk en kunnen ze ook hiërogliefen lezen.

Terwijl Rick en Jason hun verkenning starten, komt ook Oblivia Newton aan. Zij is er al sinds het vorige avontuur op uit om de sleutels van de tijdsdeuren te vinden en de kaart. Ze deinst er niet voor terug om geweld te gebruiken. Ze is zo listig als een slang!

Zullen Rick en Jason er met Maruk in slagen om de kaart te vinden? Zullen ze Julia terugzien? En hoe komen ze terug thuis?

Het boek bevat 261 pagina's vol spanning! Het zorgt ervoor dat je ook de rest van hun avonturen wilt lezen. De reeks bestaat uit 12 boeken. Het is wel zo dat je best begint met het eerste boek en dan pas aan het tweede begint. Je kunt het boek apart lezen, maar soms heb je wel nood aan de informatie uit het eerste boek (Wie is Ulysses Moore?).

Je kunt het boek aanbieden vanaf het 5de (sterke lezers) of 6de leerjaar.

Sanna Tant

Zonder papa - Detty Verreydt

Dit boek zal me nog lang bijblijven.
Het verhaal gaat over een jongen die van school thuiskomt en plots voor de hond moet zorgen omdat papa in het ziekenhuis ligt. Hij vertelt de hond elke dag over de gebeurtenissen.

Thomas stelt zichzelf de vraag of Tabbas elke keer snuffelt aan dat éne paaltje. Hij zal het papa eens moeten vragen. In het ziekenhuis mag hij papa echter niet zien of spreken. Hij probeert zo goed mogelijk te zorgen voor Tabbas en speelt een beetje gitaar bij hem.

Mama gedraagt zich ook vreemd. Zij is niet veel thuis, altijd zo droevig en komt soms Thomas knuffelen. Ze heeft niet veel tijd voor hen, waardoor ze veel bij oma en opa moeten zijn. Maar dat vind zusje Tilia niet leuk. Zij wil bij mama zijn.

Als Thomas in de klas komt, vertellen de kinderen van zijn klas dat hij niet naar zijn papa mag, hij ligt op 'Intensieve zorgen'. Ze vinden het heel erg voor hem. Maar Thomas begrijpt het niet, mama had hem gezegd dat hij wél naar papa zou mogen gaan.

Hij mag die dag naar papa. Papa ligt in een bed en overal zijn kabeltje en buisjes. Papa draagt een masker, voor zuurstof. De dokter vertelde dat je zonder zuurstof niet kunt leven. Thomas vindt het even eng, maar dan ziet hij papa lachen. Kleine zus Tilia springt meteen op papa's bed. Papa is blij om hen te zien.

Thomas gaat met Tabbas wandelen en vertelt hem dat hij graag nog eens op bezoek wil gaan naar papa. Tabbas trekt er zich niets van aan en rent en hijgt. Thomas is buiten adem, net als papa.

De volgende dag is mama vroeg weg. Als ze terug thuis komt, vertelt ze Thomas dat papa heel diep slaapt. Thomas vraagt of hij wel zuurstof heeft... 'Neen...,' zegt mama stil.

Het boek schept een mooi beeld van wat er in een kind om kan gaan als een ouder bijvoorbeeld ernstig ziek is. Je merkt ook dat volwassenen de kinderen op deze momenten uitsluiten. Het kan je als leerkracht helpen om een kind in dergelijke situatie op te vangen.

Het boekje is eenvoudig opgebouwd en kan in het derde leerjaar aan sterke lezers gegeven worden of in het vierde leerjaar.

Het is een dun boekje, leest vlot, dus lezen maar!

Sanna Tant

Jubelientje weet de weg - Hans Hagen & Philip Hopman

Oma draait het sleuteltje om. Khugh-ghug-hugh-ugh, zegt de motor.
‘De auto is stuk!’ roept Jubelientje.
‘Welnee,’ zegt oma, ‘alleen een beetje verkouden.’
Maar Jubelientje heeft gelijk.
Oma’s auto is kapot en moet naar de garage.
En ze zouden net een dagje naar de dierentuin gaan…

Vandaag staat Jubelientje een groot avontuur te wachten. Samen met oma en Dirk-Jan gaan ze de dieren in de dierentuin verkennen! Maar verder dan hun oprit geraken ze niet. Snel de garage bellen om de auto te vermaken! In de garage ziet Jubelientje allerlei dingen die ze nog nooit gezien heeft. “Wat is een magazijn?” “Hoe komt het dat er zoveel auto’s op het dak geparkeerd staan?” “Wow, de kever zweeft boven ons hoofd!”

Het antwoord op deze vragen legt oma uitgebreid uit in dit boek. Dit boek is ideaal als je kinderen wilt uitleggen wat er allemaal gebeurt en welke technieken men gebruikt in een garage.

Wat er goed is aan dit boek is dat er variatie in schrijfstijl en vorm is. Voornamelijk is het boek uitgeschreven in regeltjes maar er zaten ook stripvormen tussen. Toch bleef het verhaal zeer duidelijk voor de lezer. Mocht dit minder goed zijn uitgewerkt dan zou een kind kunnen denken dat het een nieuw verhaal is. Wat ook goed is aan dit boek voor beginnende lezers is dat er vaak woorden worden uitgelegd, bijvoorbeeld een magazijn, airbags of occasion. 

In het boek wordt er ook met vergelijkingen gewerkt, bijvoorbeeld zo sterk als een olifant.

Wat er aan dit boek ook appreciatie opwekt, is dat er mooie tekeningen zijn gemaakt die ook in kleur gedrukt zijn. Voor kinderen die niet graag lezen kan dit echt een must zijn. Het beeldend materiaal kan een steun zijn om de tekst te begrijpen.

Jubelientje is een boekenreeks die voornamelijk bekend is in Nederland. Deze boekenreeks bestaat al sinds 1991 en is geschikt voor kinderen die ouder dan zes jaar zijn. Dit boek kan ook al dienen als voorleesboek in de derde kleuterklas.

Wil jij ook jouw kinderen allerlei spannende avonturen laten beleven? Zoek Jubelientje op!


Elisa

Hagen, H., & Hopman, P. (2008). Jubelientje weet de weg. Amsterdam/Antwerpen: Em. Querido's Uitgeverij BV.

Engel – Brigitte Minne

Een kabouterlijf, konijnentanden en twee jampotten die achter flaporen haken: dat is de rugzak vol pech die Fons elke dag met zich meesleept. En dan is er ook nog Emiel, het haantje de voorste uit de klas die het op Fons gemunt heeft met zijn pesterijen…

Uitgelachen worden, vuistslagen in de maag krijgen, tegen de muur geduwd worden, haar dat vol proppen zit: dat waren dagelijkse taferelen voor Fons. Emiel, de knapste jongen van de klas had het op hem gemunt. Maar Fons wist dat het ooit beter zou worden. Zijn moeder had hem beloofd dat de artsen krasjes in zijn ogen zullen maken waardoor hij die twee jampotten niet meer zou moeten dragen. Ook na het dragen van een beugel zal hij er heel wat beter uitzien. Maar spijtig genoeg moet Fons hiervoor wachten tot hij twaalf jaar is. Wat hij ondertussen kon doen was niet veel. Gewoon wachten en hopen dat het ooit zou stoppen. Maar dat gebeurde niet. Tot dat Marthe in zijn straat kwam wonen. Een meisje met veel lef. Sindsdien was niets meer zoals het was…

Het boek Engel is een ideaal boek om kinderen bewust te laten worden over pesterijen. Zowel het slachtoffer, de dader en de omstaanders hun kijk op de situatie staat beschreven op kindermaat. Door het boek zullen kinderen beseffen dat pesten niet gewoon zwart – wit is maar dat er heel veel factoren een rol spelen, bijvoorbeeld de thuissituatie, de karaktereigenschappen, het aantal vrienden…

Brigitte Minne is de schrijfster die dit veel voorkomend probleem in een vlot leesbaar verhaal gegoten heeft. Deze ervaren schrijfster heeft reeds een 200-tal boeken geschreven. Dit boek is bedoeld voor kinderen die ouder dan 8 jaar zijn. De kinderen van deze leeftijdscategorie zouden dit boek al vlot moeten kunnen lezen. Dit boek kan zeker ook dienen als voorleesboek voor jongere kinderen. Het boek bevat niet alleen tekst maar er zijn ook een aantal illustraties die de kinderen helpen een beeld te vormen van het verhaal.

Kortom, een ideaal boek om in een anti-pestweek voor te lezen!

Elisa

Bron: Minne, B. (2005). Engel. Wielsbeke: Uitgeverij De Eenhoorn bvba.

Een touwtje naar de maan – Wally de Doncker

Spot en Muis zijn anders. Muis is vrij. Zij gaat en staat waar ze wil. Spot niet. Hij heeft een lijn in zijn hoofd. ’s Nachts trekken Spot en Muis op avontuur. Maar van alle dieren die ze ontmoeten, is niemand echt vrij… Zelfs Muis heeft last van een touwtje naar de maan dat haar de nacht in trekt.

Doorheen het boek hebben Spot de hond en Muis de poes een haat-liefde verhouding. Het ene moment ontdekken ze samen de leefwereld van vis, paard, meeuw… Maar op een ander moment staan ze te kibbelen over melk, hondenbrokken, een slaapmat of erger hun baasjes. Spot en Muis vertellen elkaar ook over zichzelf, bijvoorbeeld dat Muis ’s nachts altijd naar buiten gaat omdat haar instinct dat wilt. Ze vertellen meer dan alleen over zichzelf, ook leuke weetjes over de natuur of de dieren worden verteld. Bijvoorbeeld vertelde Muis dat de maan aan de zee trekt, waarop de schrijver op springtij en doodtij doelde. Ook serieuzere onderwerpen zoals leven en dood worden aangekaart. Dit werd op een zodanige kindvriendelijke manier geschreven dat de kinderen niet eens merken dat er eigenlijk zeer zware onderwerpen besproken worden.

Wally de Doncker heeft ervaring met lagere school kinderen. Hij was vroeger leraar leesbevordering. Door deze ervaring had hij een zeer goede kennis om een boek te schrijven voor beginnende lezertjes. Dit merk je ook aan het boek. Er zijn nauwelijks moeilijk te lezen woorden gebruikt. Deze beperkte woordenschat heeft dan wel het nadeel dat het verhaal soms verwarrend kan zijn. Sommige kinderen zullen niet meer doorhebben of Spot of Muis aan het spreken is. Dit komt deels ook omdat elke zin op een nieuwe regel staat. Het gevolg hiervan kan zijn dat kinderen het verhaal niet begrijpen. Dat maakt lezen saai voor hen.  

Veerle Derave heeft tekeningen voor dit boek gemaakt. Het lijkt alsof alle getekende dieren in het boek geplakt zijn door het witte randje rond de omlijning. Dit zorgt voor een zeer leuk effect van een eenvoudige tekening. De tekeningen zijn in zwart-wit afgedrukt wat eigenlijk spijtig is want de grote meerderheid van jonge kinderen zal een boek dat in kleur afgedrukt is voornemen. Er zijn ook een aantal opeenvolgende pagina’s waar er niets getekend is. Dat is jammer want tekeningen zorgen er voor dat kinderen het verhaal beter kunnen visueel voorstellen en begrijpen.

Dit boek is wel een aanrader om voor te lezen aan jonge kinderen. Als het verhaal met veel mimiek en intonatie gebracht wordt, kan het wel een handig middel zijn om moeilijke onderwerpen zoals dood, leven, vriendschap en verschillen tussen personen aan te kaarten. 

Elisa

Bron: de Doncker, W. (2005). een touwtje naar de maan. Leuven: Davidsfonds Uitgeverij NV.

Juf Ninja valt in

Juf Ninja valt in

Als tweede boek las ik ‘Juf Ninja valt in’ geschreven door Betty Sluyzer met illustraties van Pauline Oud. Dit boek is geschikt voor kinderen vanaf de 2^de graad.

Het boek is eenvoudig geschreven maar er staan hier en daar enkele woorden in die wij in onze streek niet gebruiken en dit komt omdat het boek geschreven is door iemand die uit Nederland komt. Het verhaal sluit zeker aan bij de leefwereld van kinderen omdat het gaat over pesten. Sander is een gewone jongen die naar school gaat. Jimmy en Roland zitten bij hem in de klas maar het zijn zijn vrienden zeker niet. Hij vindt ze domme pestkoppen. Maar zelf durft hij niets te zeggen tegen hen omdat hij zichzelf traag vindt. Maar dan komt juf Ninja invallen omdat hun meester ziek is. De kinderen leren van de juf Ninjavechten. Door juf Ninja vindt Sander de kracht om de jongens een lesje te leren.

Het boek bevat ook redelijk veel afbeeldingen zodat de kinderen kunnen zien wat er aan het gebeuren is in het verhaal. Het boekje bestaat ook uit verschillende hoofdstukken wat ik dan ook een pluspunt vind omdat je het dan in klas kan gebruiken. Er kan telkens een hoofdstuk worden voorgelezen als er nog wat tijd over is. Ik denk dat ik met dit boek wel aan de slag zou kunnen gaan in een les dramatisch spel.

Veel leesplezier!

Juf Jenna 

Hoe oma plots verdween – Pieter Gaudesaboos

Er gebeuren heel vreemde dingen in het huis van oma en ook met oma zelf. De kleinzoon vindt dat zijn oma heel vreemd doet de laatste tijd. Hij denkt dat ze iets aan het voorbereiden is. Op een dag is oma plots verdwenen van de aardbol, staat haar huis te koop, heeft ze afspraken met een mysterieuze dame, vangt ze meeuwen, ... Wat is daar allemaal aan het gebeuren? Tijd voor een onderzoek dacht een kleinzoon van oma. Hij bestudeert alle gedragingen van oma net als een echte spion. Hij maakt foto’s, noteert in zijn notitieschrift wat ze doet, doorzoekt het vuilnis, grabbelt in de handtas van oma, ... en dit allemaal onopgemerkt. Uiteindelijk past de sleutel in het slot en komt tot een verrassende conclusie.

Als ik kijk naar het boek zelf, dan zou ik ook kunnen zeggen dat Pieter Gaudesaboos een kunstenaar is en een fantastische schrijver. Met het prentenboek Roodlapje kwam Gaudesaboos op de shortlist van de Gouden Uil en kreeg hiervoor een Boekenpluim. Voor het boek Hoe oma plots verdween ontving hij een boekenwelp. Bij Gaudesaboos geldt het principe love it or leave it. En ik denk dat de meeste mensen van hem houden. Hij heeft zijn eigen stijl ontworpen en daarom bewonder ik deze schrijver.

Dit boek is volledig anders dan de ‘klassieke’ leesboeken. Ten eerste zijn alle teksten met de hand geschreven (handschrift van een kind). Doordat hij een kind laat schrijven, kan het ook niet anders dan dat er spellingsfouten in zitten. Zo lijkt het veel authentieker. Er zitten heel wat foto’s in die de kleinzoon genomen heeft. Dan tekent de kleinzoon vaak ook tekeningen om zijn verhalen iets meer kracht bij te zetten of om zijn teksten te verduidelijken. Je komt onmiddellijk terecht in de denkwereld van de kleinzoon. Ook probeert de schrijver audiofragmenten van bijvoorbeeld een dictafoon op papier te zetten door de dialogen neer te pennen. Maar hij werkt ook met postkaarten, gewone kaarten, plattegronden, ... Het is dus een volledig ander concept dan de gewone leesboeken.

Het thema van het boek gaat dus over loslaten en afscheid nemen. De oma bereidt haar omgeving voor op haar heengaan. De band tussen een kleinkind en de oma wordt prachtig weergegeven in dit verhaal. Er wordt op een positieve kinderlijke manier met deze thematiek omgegaan. Het is zeker niet gemakkelijk om dit thema aan te brengen bij kinderen. Hij doet dit door bijvoorbeeld met poëzie te werken. Gaudesaboos heeft dit echt fantastisch aangepakt!

Eén boek, één verhaal met een brede waaier van uitwerkingsvormen. De moeite waard om te lezen dus!

Viktor

Een gevaarlijke ontdekking – Tanja de Jonge

De vader van Jordy wil dat het kleine magazijn eens wordt opgeruimd. Er zijn nog heel wat dozen met oude folders, reclameborden en kapotte computers. Jordy en zijn vriend Mo zien het zitten om hem te helpen. Ze beginnen er onmiddellijk aan.

‘Wow,’ riep Jordy luid. ‘Wat is er?’ vroeg Mo geschrokken. Hij keek naar beneden waar Jordy een doos openhield, om te laten zien wat er in zat. Mo kwam geschokt naar beneden. Op de bodem lag een zwart pistool.

Zo begint het spannende boek ‘Een gevaarlijke ontdekking’ van Tanja de Jonge. Het verhaal is een detective verhaal waarbij Mo en Jordy willen te weten komen waarom iemand een pistool verstopt heeft in het magazijn van Jordy’s vader. Van wie is dat pistool? Waarom ligt het in het magazijn?

Ze worden overspoeld door een zee van vragen. Gedurende het verhaal kom je steeds dichter en dichter bij de eigenlijke waarheid. Zal het hen lukken om de waarheid achter dit mysterie te vinden? Maar onthoud goed als je dit boek leest, is niets wat het lijkt.  

Tanja de Jonge is een kinderboekenschrijfster en heeft al enkele boeken op haar palmares staan. Boeken als Tijdrovers, Dwaalspoor in de diepte, Meester Tikker,  ... staan allemaal op haar naam. Mevrouw de Jonge schrijft al meer dan tien jaar boeken. In de eerste jaren als schrijfster, bracht ze haar boeken nog niet uit, toen ‘oefende’ ze als het ware nog. De meeste van haar boeken zijn spannende of griezelige verhalen voor kinderen met altijd een vleugje vriendschap en vertrouwen. Zelf vind ze dat zeer belangrijk.

Het is een boek dat vooral bedoeld is voor kinderen vanaf acht jaar. Het boek is vlot leesbaar door de vele illustraties die in het boek staan. Dit boek is ideaal om voor te lezen in de klas. De spanning bouwt zich steeds op. Je kan elke dag een stukje van het verhaal vertellen. De kinderen gaan zeker en vast nieuwsgierig zijn naar het vervolg van het verhaal. Je hebt ze zo onmiddellijk mee in je verhaal. Als verwerkingsmogelijkheid kan je ze bijvoorbeeld na elke voorleesbeurt het vervolg van het verhaal laten verzinnen. Het verhaal is ideaal van lengte, het is zeker niet te langdradig.

Tussen alle alinea’s uit het verhaal, vind je telkens een prent die bij dat stukje van het  verhaal hoort. Zo is het voor de kinderen ook visueel voorgesteld. In de klas kan je de prenten makkelijk gaan projecteren op het bord. Dit vind ik een absolute meerwaarde aan dit boek. Zo heb je een extra troef om de kinderen te blijven boeien en nog eens extra aandachtig te laten zijn. Ze zullen zeker al aandachtig zijn omdat ze zelf moeten gaan nadenken over de mysteries in het verhaal.

Durf jij het aan om deze mysteries op te lossen?

Viktor

De feen van niks – Godeliva Uleners

 ‘Ssst! Het is stil, het is zo stil, maar zo stil dat het is. Of nee toch niet. Daar! Daar hoor ik iets!’, zegt de oude eik. Zo begint het fantastische avonturenverhaal van de Feen van Niks. Dit kinderverhaal geschreven door Godeliva Uleners is niet zomaar een kinderverhaal. Het verhaal behandelt enkele thema’s zoals uitsluiting, dood, oorlog, ... die je kan uitwerken in het tweede tot vierde leerjaar. Dit is een verhaal met veel pit, fantasie en humor. Wat heb je nog meer nodig in een kinderverhaal?

In het bos van Nowal leven alle dieren in vrede met elkaar samen. Alle dagen zijn dezelfde totdat er een mysterieus wezen uit de ruimte op bezoek komt in het bos. Alle dieren zijn bang van ‘het beest’ en verfoeien hem. De dieren vellen eigenlijk al een oordeel zonder dat ze al in contact gekomen zijn met ‘het beest’. Maar ‘het beest’ komt voor een heel andere reden naar dit bos. Maar of hij zijn doel zal bereiken, that’s the question! Hij zal een lange weg moeten doorboren maar gelukkig krijgt hij steun van twee wezentjes die in de staart van ‘het beest’ leven, Aman en Swijf. Deze twee wezentjes, zorgen voor een vleugje humor in het verhaal.  De wezentjes noemen ‘het beest’ de Feen van Niks. Zal het allemaal goed aflopen met de Feen? Ik geef jullie één tip, trek geen voorbarige conclusies in het verhaal!

Dit boek is dus een uitgelezen kans om thema’s als pesten en uitsluiting te bespreken in de klas. Naast deze problematieken die in het verhaal verweven zitten wordt er ook voldoende afgewisseld met humor en geluk. Met dit boek kan je de kinderen meetrekken in dit fantasieverhaal met dieren. Dit boek is al een zeer oud boek dat al enkele keren ‘gerestyled’ is geweest. Toen ik in het tweede leerjaar zat, hebben ze mij hieruit nog voorgelezen. Dit boek heeft zo’n impact gehad op mij waardoor ik het nooit vergeten ben. Het is voor mij ook pure nostalgie!

De mensen die dit boek al gelezen hebben zullen kunnen beamen dat de schrijfstijl van Godeliva Uleners typisch is voor haar. Je zou eerder denken dat het 140 bladzijden poëzie is. Daardoor kan je het boek zeer vlot lezen. Het boek is opgedeeld in 40 hoofdstukken en zo is het ideaal om per les een hoofdstuk te lezen en daarna te bespreken. Dit boek is dus een ideaal boek voor het gebruik in klasverband. Ik hoop dat ik dit boek opnieuw in de schijnwerpers kan plaatsen want dat verdient het echt! 

Viktor